Voor veel inwoners van Odeonpark in Almere is het een spannend jaar: na vijf jaar moeten ze hun woning verlaten omdat hun contract afloopt, maar een nieuwe woning vinden is niet makkelijk. Vrijdag spraken bewoners met Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop van Groenlinks-PVDA en woningcorporatie de Alliantie over hun situatie. “Ik weet niet waar ik heen moet,” zegt een bewoner.
Zijn contract loopt dit jaar af, net als dat van vele anderen. In de 160 appartementen in het Odeonpark wonen statushouders en studenten door elkaar heen. Die woningen waren oorspronkelijk bestemd om de bewoners genoeg tijd te geven om inschrijftijd op te bouwen en na vijf jaar voor een woning in aanmerking te komen.
De inschrijftijd die vereist is voor een nieuwe woning is inmiddels veel langer dan vijf jaar. “We hebben nog zeker twee of drie jaar nodig”, vertelt een bewoner, die al eerder twee jaar verlenging gekregen heeft. “Nu sta ik op plek 150 op woningnet.”
Geen eigen slaapkamer
Veel van hen hebben weinig profijt van de zogenoemde ruggensteunregeling, die hen een urgentie, en daarmee voorrang, zou geven op de woningmarkt. Studenten krijgen die sowieso niet en bij de statushouders die in het complex wonen, kwam de urgentieverklaring te laat. “Maar die hadden we broodnodig”, vertelt een vluchteling die in het complex woont. “Wij hebben geen netwerk hier, geen ouders om bij te gaan wonen.”
In de buurtkamer rond het complex komen de jongeren samen. Een van hen vertelt dat hij een jaar geleden een kind heeft gekregen die geen eigen slaapkamer heeft. “Binnenkort heeft hij een eenpersoonsbed nodig”, vertelt hij. “Maar dat kan niet.” Zijn peuter heeft ook een groeiprobleem. “Hij kan niet goed leren lopen in deze woning van 36 vierkante meter”, legt de bewoner uit.
‘Je kan niet verder met je leven’
Studenten en statushouders vertellen allemaal dat ze vanwege de woningmarkt besluiten geen kinderen te krijgen of het uitstellen. “Je kunt niet wortelen, door de onzekerheid,” zegt iemand. “Je weet niet of je genoeg ruimte gaat hebben voor kinderen. Het is een vrolijke buurt met veel studenten en ik kwam hier blij wonen, maar nu kan ik die volgende stap niet zetten. Op een gegeven moment wil je trouwen en kinderen. Je kunt nu niet verder met je leven.”
Alle aanwezigen vertellen dat ze ingeschreven staan in verschillende gemeenten. “Limburg, Leeuwarden: overal waar het gratis is om je in te schrijven. We willen gewoon érgens terecht.” Veel hebben een stabiel inkomen, maar vinden nog niets. “Het maakt niet uit wat je inkomen is. Zolang je geen expat-salaris hebt, krijg je geen woning. De inschrijftijd is veel te lang.”
Het is ook niet dat de bewoners niet weg willen. “Het is een beetje een studentenhuis,” klinkt het. Het is gehorig, er zijn feestjes, en “je huis trilt als de wasmachine aanstaat, alsof er een aardbeving is.” Een bewoner benoemt dat er veel criminaliteit is en laatst was er een explosie. “Maar we kunnen nergens heen.”
Urgentieverklaring
Op dit moment wachten mensen met zo’n urgentieverklaring gemiddeld negen maanden op een woning, met uitschieters die wel twee of drie jaar moeten wachten op hun beurt. De gemeente streeft ernaar de gemiddelde wachttijd terug te dringen naar zes maanden en de uitschieters niet langer dan anderhalf jaar te laten wachten.
Het is de vraag of dat gaat lukken. De gemeente verwacht in de eerste helft van 2025 een aanbod van 238 woningen beschikbaar te stellen voor woningzoekenden met urgentie. De vraag ligt echter veel hoger: er zijn 357 woningen nodig voor mensen met urgentie.
Tweede Kamerlid De Hoop wil met deze gesprekken een beeld krijgen van hoe jongeren en starters de woningmarkt ervaren. Eind deze zomer maakt hij een plan met deze verhalen. “Ik voer door het hele land gesprekken,” zegt hij. “En die zijn bijna altijd hetzelfde: iedereen zit met dezelfde problemen.”