Op zondag 29 december werd op het Stadhuisplein in Almere Centrum het Joodse lichtjesfeest Chanoeka gevierd met het aansteken van de Menora-kandelaar. Hierbij waren locoburgemeester Kees Ahles en rabbijn Moshe Stiefel aanwezig.
“In een wereld die op veel plaatsen wordt verdeeld door angst en onbegrip, kunnen wij een verschil maken door simpelweg een beetje licht te brengen in het leven van anderen”, zei locoburgemeester Kees Ahles, aldus Almere Deze Week. Tijdens het feest kwamen zo’n 200 mensen samen. “We hadden zondagavond een fijne viering, goede sfeer en een redelijke opkomst”, zegt de rabbijn.
Het teken van groei van de Joodse gemeenschap
De rabbijn vertelt dat een groot deel van de Joodse gemeenschap in Almere niet praktiseert, maar dat dit jaar bijzonder was. “Ik ga bij sommige families langs tijdens Chanoeka om de kandelaar aan te steken, maar dit jaar hebben meerdere mensen op eigen initiatief de Chanoeka-kandelaar aangestoken. Het is een teken van groei van de Joodse gemeenschap.”
Aansteken van de Menora-kandelaar
Locoburgemeester Ahles ontstak het hoofdlicht van de Menora op het Stadhuisplein, waarna Stiefel de overige lichten aanstak. Tijdens een korte toespraak ging de rabbijn in op de betekenis van de vijfde avond van het Joodse lichtjesfeest Chanoeka. Tijdens de viering was er muziek en werden traditionele Chanoeka lekkernijen, zoals Soefganiot (gevulde donuts) en chocolademunten, uitgedeeld.
Het wonder van Chanoeka
Tijdens Chanoeka vieren Joden een belangrijke gebeurtenis uit hun geschiedenis. Het feest herinnert aan de herovering en herinwijding van de Joodse tempel in Jeruzalem, meer dan 2000 jaar geleden. Een klein kruikje olie, dat eigenlijk maar één dag had moeten branden, bleef op wonderbaarlijke wijze acht dagen branden. Daarom duurt Chanoeka acht dagen, en elke avond wordt een extra licht van de Menora aangestoken.