Roland uit Almere is te ziek om te werken, maar krijgt geen uitkering: ‘Ze laten ons barsten’

Iris van Ree

In Nederland hebben mensen die niet kunnen werken in principe recht op een  arbeidsongeschiktheidsuitkering. Alleen kunnen sommige mensen hun weg niet vinden in het stelsel. Roland Kuhn (63) uit Almere is daar een van; hij komt moeilijk rond, is afhankelijk van zijn omgeving en krijgt nauwelijks hulp van instanties. Hij deelde zijn verhaal met NRC

Om gezondheidsredenen kan Roland Kuhn al tien jaar niet werken. Van de overheid kan hij geen uitkering krijgen, omdat hij telkens nét niet aan de voorwaarden voldoet. Hij krijgt daarom elke maand vijfhonderd euro van zijn moeder, anders komt hij niet rond. “Het voelt absurd dat ik hierom elke maand mijn hand op moet houden bij mijn moeder”, vertelt Kuhn tegen NRC. Daarnaast is hij afhankelijk van het deeltijdinkomen van zijn vrouw, die in de zorg werkt.

Roland werkte bijna veertig jaar als monteur van rolluiken en zonweringen. Voor het werk moest hij zwaar tillen, soms wel 160 kilo omhoog de trap op. Zijn knieën raakten versleten en hij kon niet meer werken. Een operatie had kunnen helpen, maar dat durfde het ziekenhuis vanwege zijn diabetes niet aan. Het risico op complicaties is daardoor te groot.

Keerzijden stelsel 

De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (Octas) concludeerde vorige week dat het arbeidsongeschiktheidsstelsel onnodig ingewikkeld is en onvoldoende werkt. De commissie presenteerde een rapport met aanbevelingen om de regels rond arbeidsongeschiktheid te hervormen.

Kuhn is een van de honderdduizenden mensen in Nederland die te maken hebben met de keerzijden van het stelsel. Hij komt niet in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat zijn zogeheten loonverlies te laag is. Bij de keuring van het UWV wordt niet gekeken hoe ziek je bent, maar naar hoeveel geld je, ondanks je ziekte, nog zou kunnen verdienen ten opzichte van je laatste salaris. Als het inkomensverlies minder dan 35 procent is, ontvang je geen WIA-uitkering. Mensen met een hoog loon vóór hun ziekte gaan vaak procentueel harder achteruit, maar krijgen daardoor wel een uitkering. 

Voor zijn ziekte verdiende Roland ongeveer 1.600 euro per maand. Het werk dat hij volgens het UWV nog kon doen, zoals post sorteren, zou een inkomensverlies van 32 procent betekenen. Dat is net iets minder dan de ondergrens van de WIA-uitkering. “Ik heb altijd hard gewerkt, maar kan nu geen ondersteuning krijgen omdat ik maar een klein inkomen heb gehad”, zegt Roland tegen NRC. “Als bankdirecteur was ik nooit in deze situatie beland.” 

Voor een bijstandsuitkering komt Kuhn evenmin in aanmerking vanwege zijn koophuis met overwaarde. De gemeente vertelde hem dat hij eerst zijn woning moest verkopen en in een huurhuis moest gaan zitten. Pas na de verkoopopbrengst kan hij bijstand ontvangen, maar die valt laag uit vanwege het inkomen van zijn vrouw. Kuhn vertelt dat hij dan maar 200 euro zou krijgen, terwijl de woonlasten juist stijgen. “Mijn hypotheek is nu laag en door goede isolatie heb ik weinig stookkosten.” 

In de steek gelaten 

Roland en zijn vrouw komen maar net rond. Samen hebben ze een netto inkomen van 2.500 euro, waarvan ze 500 euro van Kuhns moeder krijgen. Hij voelt zich in de steek gelaten. “Ze laten ons barsten, terwijl we altijd hebben gewerkt en belasting hebben betaald.”

Om die reden moeten ze rustig aan doen. Geen uitjes, hooguit eens per jaar even naar een goedkope camping in Bakkeveen. Ze hebben twee zonen van 21 jaar die nog thuis wonen. “Van hen wil ik geen bijdrage vragen. Zij moeten kunnen sparen, anders kunnen ze al helemaal geen woning voor zichzelf vinden.”

- Advertentie-
Share This Article
Redacteur 1Almere
102 Comments