Medewerkers van de Oostvaarderskliniek in Almere moeten volgens de vacaturesite vooral betrokken, bewust en betrouwbaar zijn. En hoewel de meeste mensen niet moeten denken aan een relatie met een tbs’er ging het toch al meerdere keren mis. Onlangs werd er nog een sociotherapeut ontslagen vanwege een ongepaste relatie met een cliënt. Hoe kan het dat een (liefdes)relatie ontstaat?
“In sommige gevallen spendeer je meer tijd met een bepaalde cliënt dan met je eigen partner,” vertelt Jurja Steenmeijer van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). “In deze tak werken mensen die empathisch zijn ingesteld, echt zorg hebben voor mensen. Gevoelig zijn voor de mens achter de cliënt. Soms kan dat ontsporen, dat is een beroepsrisico.”
Volgens Steenmeijer komt dit vaak door een combinatie van factoren. “Soms is het verliefdheid, soms lijkt het verliefdheid omdat je veel zorg voor iemand hebt. Bijvoorbeeld voor iemand die kwetsbaar is of alleen staat. Ook kan er sprake zijn van een redderssyndroom.” Iemand met een redderssyndroom probeert op een dwangmatige manier anderen te helpen, ook ten koste van zichzelf.
Schade toebrengen
De taak van een sociotherapeut in een tbs-kliniek is het begeleiden van cliënten zodat ze uiteindelijk weer mee kunnen doen in de maatschappij zonder anderen schade toe te brengen.
Dat betekent in de praktijk dat deze therapeuten met de tbs’er nadenken over hoe hij of zij zijn leven wil vormgeven na tbs maar ook wat alarmbellen zijn om terug te vallen in bepaald gedrag. Een sociotherapeut werkt daarin samen met behandelaars, zoals bijvoorbeeld een psycholoog of psychotherapeut.
“Bij seksueel contact is dat natuurlijk anders, omdat er misbruik wordt gemaakt van de machtsverhouding”— Jurja Steenmeijer, Beroepsvereniging
Samen een ijsje eten
“Privérelaties en professionele relaties zijn in principe gescheiden, maar we zien wel vaker overschrijdingen,” vertelt Steenmijer. “Dat is niet perse negatief. Als een therapeut bij een voetbalwedstrijd wil kijken of samen met een cliënt een ijsje gaat eten, kan dat ook therapeutisch werken. Bij seksueel contact is dat natuurlijk anders, omdat er misbruik wordt gemaakt van de machtsverhouding.”
Steenmijer is ook auteur van de beroepscode voor professionals in sociaal werk. Hoewel in de beroepscode voor psychotherapeuten en psychologen duidelijk staat dat het volstrekt verboden is om een relatie aan te gaan die anders is dan de behandelrelatie, is dat in de beroepscode die voor sociotherapeuten geldt niet zo.
“Er staan niet echt regels in, dat willen we vermijden. We willen vooral overwegingen meegeven, bewustzijn creëren van je rol als professional. Dat erover wordt nagedacht, wat kan wel en wat niet. Als we gewoon zeggen ‘dat mag niet’ dan creëer je ook geen openheid.” Vaak hebben instellingen zelf nog wel een gedragscode waar dit soort dingen in staan.
“Er zitten masters in manipuleren en verleiden”— Olga Doornbos, docent Social Work
Masters in manipuleren
Ook vanuit de opleiding voor sociotherapeuten is er veel aandacht voor de verhoudingen tussen een zorgprofessional en een cliënt. “Het gaat in de opleiding altijd over de relatie tussen jou en de ander,” vertelt Olga Doornbos, docent op de opleiding Social Work van Windesheim. “Je bent je eigen instrument. Om dat goed in te zetten moet je zicht hebben op jezelf, waar liggen je gevoeligheden en triggers?”
Daarnaast geeft ze aan dat de doelgroep in een tbs-kliniek ook ingewikkeld is. “Er zitten masters in manipuleren en verleiden. En als het lukt kunnen ze daar iets mee bereiken, bijvoorbeeld meer vrijheden. Ze zoeken naar die ruimte.”
Subtiel
Hoewel ze duidelijk aangeeft dat het niet oké is dat dit gebeurt, begrijpt ze tegelijkertijd wel dat het kán gebeuren. “Als je op een dag niet lekker in je vel zit en een cliënt zegt; wat zie jij er goed uit, ben je naar de kapper geweest? Dan moet je van steen zijn, wil dat niks met je doen. En dat kan ook heel vaak en subtiel gebeuren. Daarom is reflectie zo belangrijk en goed contact met collega’s.”
Doornbos legt hierbij niet alleen de verantwoordelijkheid bij de therapeut, maar zeker ook bij de organisatie zelf. “Een veilige werkcultuur waarbij collega’s kwetsbaar durven zijn naar elkaar is enorm belangrijk. Zeker omdat er in de zorg veel verloop is en teams vaak onder druk staan.”
Geen registratie, geen tuchtklacht
In tegenstelling tot psychologen of psychotherapeuten hoeven sociotherapeuten zich niet te registreren. Ze kunnen zich wel aansluiten bij een beroepsvereniging, maar ook dat is niet verplicht. Daarom kan er ook geen tuchtklacht worden ingediend.
Als er wel een klacht is over een sociotherapeut dan kan dit gemeld worden bij de werkgever of bij de inspectie. Die zal dan de werkgever opdragen om het te onderzoeken. Als er dan voldoende bewijs is, kan de therapeut geschorst of ontslagen worden.
Niet anderen waarschuwen
Het ingewikkelde is volgens Steenmijer dat er een enorme toename is in ZZP’ers. Die kunnen niet ontslagen worden, slechts alleen niet meer worden ingehuurd. Maar dan gaan ze zo een deur verder aan de slag.
“Je mag als organisatie niet een andere organisatie waarschuwen voor een bepaalde medewerker tenzij de klacht via de inspectie of politie is gegaan.” De consequenties voor sociotherapeuten na het constateren van een ongezonde relatie zijn daardoor relatief klein.