Een Almeerse energiecoöperatie wil financiële ondersteuning bieden aan de ontwikkeling van de woonwijk op het kasteelterrein. De coöperatie Almeerse Wind wil de toekomstige wijk KasteelTuin grotendeels zelfvoorzienend maken op het gebied van energie. Hun doel is om het elektriciteitsnet te ontlasten, maar ook om voor stabiele en eerlijke energiekosten voor de bewoners te zorgen.
Er lijkt eindelijk beweging te komen in de plannen voor het kasteelterrein. Een groep initiatiefnemers werkt aan een plan om de ruïne om te bouwen tot een unieke woonwijk. Het kasteel en de omliggende kasteeltuin krijgen publieke en collectieve functies, zoals woningen, een trouwzaal en een buurthuis. Bewoners van de nieuwe wijk KasteelTuin bepalen samen de invulling van de ruimte.
Lees ook: Toekomst in zicht voor Kasteel Almere door nieuwe bouwplannen: ‘Bewoners zijn de baas’
Eigen stroom
Energiecoöperatie Almeerse Wind heeft twee windturbines in Almere-Pampus waar ze eigen groene stroom produceren. Voor het kasteelterrein willen ze een nieuwe coöperatie oprichten: KasteelEnergie. Deze wordt verantwoordelijk voor de opwekking, distributie, opslag en het beheer van energie binnen de wijk. Door dit systeem te ontwikkelen, hopen ze de eerste ‘1-kW-wijk’ van Almere te realiseren. Wat betekent dat de wijk slechts een minimale belasting vormt voor het overvolle landelijke elektriciteitsnet.
Met de oprichting van KasteelEnergie worden bewoners niet alleen betrokken bij het ontwerp van de wijk, maar ook bij de opwekking en verdeling van energie. Het systeem voorziet de wijk grotendeels in haar eigen energiebehoefte, wat bewoners minder afhankelijk maakt van traditionele energieleveranciers.
“Onze steun voor KasteelEnergie komt voort uit onze duurzame ambitie. Een energiesysteem zoals KasteelTuinAlmere.nl ontwikkelen, creëert mogelijkheden om nieuwe woningen überhaupt aangesloten te krijgen. Met dit project zal kennis worden opgedaan die voor andere nieuwe wijken ook bruikbaar is. Daarom wil Almeerse Wind dit project in woord en daad steunen”, aldus directeur Douwe van Ommen.
