De scholekster, niet te verwarren met de gewone ekster, verhuist steeds meer van de kust en de wei naar de stad. Stadsecoloog Ton Eggenhuizen wil deze vogel in de gaten houden omdat het niet goed gaat met ze. Daarom wil hij van Almeerders weten of ze er één op hun dak hebben.
Eggenhuizen: “Als we kijken naar de stand in de jaren negentig en de broedvogelstand nu dan zijn we ongeveer tweederde van de populatie kwijtgeraakt. Dan wil je toch weten; hoe komt dat en kunnen we er ook wat aan doen?” De scholekster is traditioneel gezien een weide- en wadvogel, maar maakt nu steeds vaker een nest in de stad.
De stadsecoloog denkt dat er ongeveer 15 broedparen in Almere zitten, vooral gevestigd op platte daken. Zo nestelt er al jaren een paar op het dak van het stadhuis. In 2013 werden daardoor werkzaamheden aan het dak stilgelegd. Maar hij wil onderzoeken of het er misschien nog wel meer zijn. Eggenhuizen wil de vogels in de stad in de gaten houden, om te zien of dakbroeden een goede strategie is voor de diersoort.
Geen ekster
De scholekster heeft eigenlijk niks te maken met de gewone ekster. “Het is een totaal andere vogel, vertelt Eggenhuizen. “Het is een steltloper terwijl een ekster een kraaiachtige is. Met zijn snavel kan hij ook schelpen open maken. Lange rode poten, echt een fantastisch beest.” Als de vogel eenmaal ergens broedt komt hij elk jaar terug. Dan kan hij wel meer dan 40 jaar oud worden.
De Vogelbescherming heeft 2023 uitgeroepen tot jaar van de scholekster. “Als mensen weten dat er in de omgeving een schoolekster broedt zou het fijn zijn als ze dit willen melden. En verder moeten we ze vooral met rust laten.”
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen 1Almere en Omroep Flevoland.