Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in Almere mogen gewoon hoofddoeken, keppeltjes of andere uitingen van geloofs- of levensovertuiging blijven dragen. Zes partijen in de gemeenteraad wilde een verbod hierop en diende een motie in. Deze werd door een meerderheid van de raad donderdagavond afgewezen.
De motie werd ingediend door de fracties van VVD, PVV, Leefbaar Almere, 50PLUS en Forum voor Democratie. Demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid had eerder besloten om uitingen van geloofs- en levensovertuigingen te verbieden voor politieagenten in uniform.
Yesilgöz zou volgens de fracties graag zien dat de nieuwe kledingvoorschriften ook gaan gelden voor buitengewone opsporingsambtenaren, maar die vallen onder de verantwoordelijkheid van gemeenten en niet onder de landelijke overheid. Daarom riepen de vijf partijen het Almeerse college van burgemeester en wethouders op om het verbod in te voeren voor boa’s. Zij vinden dat de neutraliteit bij de ambtenaren gewaarborgd moet zijn.
‘Motie roept op tot discriminatie’
Opmerkelijk is dat de woordvoerders van zes fracties die tegen de motie hebben gestemd, exact dezelfde verklaring hebben afgelegd: “De Almeerse boa’s horen een afspiegeling te zijn van onze superdiverse stad. Deze motie roept op tot discriminatie en maakt onze handhavingsmacht minder divers en inclusief. Daarom stemmen wij tegen.” Die partijen waren SP, Partij voor de Dieren, DENK, GroenLinks, PvdA en BIJ1.
Uiteindelijk waren 25 raadsleden tegen de motie en stemden 19 voor. Eén raadslid was afwezig.