David, Roel en Mieke. Deze, en nog acht andere, Flevolandse lepelaars en kluten kan je via een online kaart dag en nacht volgen. Ze dragen namelijk allemaal een GPS. Dat wordt niet zomaar gedaan maar vanwege een onderzoek.
Jan van der Winden is vogelonderzoeker en houdt deze Flevolandse vogels nauw in de gaten. “We willen weten hoe die vogels het Nationaal Park Nieuwland gebruiken. Waar gaan ze broeden bijvoorbeeld en waar eten ze.”
Volgens Van der Winden is het Flevolandse park heel aangenaam voor de vogels. “Je hebt een dynamisch landschap. Dat is best bijzonder en komt niet veel voor in Nederland. Het waterpeil verschilt hier ook en daar komen bijvoorbeeld heel veel lepelaars op af.” Van der Winden legt uit dat er in het park tientallen lepelaars broeden.
Maar de vogels blijven niet alleen in Flevoland, ze kunnen ook behoorlijke afstanden vliegen. Een GPS-zender is voor vogelonderzoekers dus erg handig. “Je weet nooit of het dezelfde vogel is, als je ze een zender geeft kun je ze heel makkelijk volgen. Gedurende de dag maar ook de nacht.”
Marokko en Senegal
In de broedtijd zitten ze het liefst in het Park Nieuw Land, maar in de winter vliegen ze een heel stuk de grens over. “Na de zomer gaan ze naar Afrika om te overwinteren. Dan vliegen ze via Frankrijk, Spanje en Portugal. Sommige blijven daar, maar we hebben gezien dat die van ons helemaal naar Afrika gaan.”
Volgens Van der Winden is Marokko een favoriete bestemming is. “David ging zelfs helemaal naar Senegal. Die heeft daar de hele winter gezeten en is dit voorjaar pas teruggevlogen. Een paar duizend kilometer vliegen en dan weer op z’n nest hier.”
Vogel spotten
De online kaart wordt volgens van der Winden al goed bezocht. Maar of het een nieuwe vorm van vogelspotten is weet hij niet. “Het is wel zo dat mensen er meer van snappen, van de vogels. Ze zien nu waar ze in verschillende seizoenen naartoe gaan. Ik krijg dan ook veel vragen over waarom ze daar dan zitten. Je krijgt hierdoor echt meer een connectie met het leven van de vogels.”
Van der Winden vertelt net te zijn begonnen met het onderzoek. “De zenders kunnen nog een paar jaar meegaan, dus we kunnen nog best een paar jaar de vogels volgen en dat is heel erg leuk want dan kan je zien of ze tussenjaren andere dingen doen. Dit jaar naar Senegal, maar volgend jaar misschien wel ergens anders.”