De gemeente Almere gaat experimenteren met een nieuwe manier om de eikenprocessierups te bestrijden. Dat wordt gedaan door het inzetten van zogenoemde broedkasten. In deze kasten zitten oude nesten van eikenprocessierupsen. Sluipvliegen en sluipwespen zijn de natuurlijke vijand van de rups en hebben eitjes gelegd in deze oude nesten.
Zo staan er sinds dit jaar op de Godendreef, Hagevoortdreef en Veluwedreef zwarte broedkasten met daarin deze zogenoemde geparasiteerde nesten van de eikenprocessierups. Als de eitjes uitkomen, gaan de vliegen en wespen door de gleuf in de kast naar buiten en opzoek naar eikenprocessierupsen in de buurt. Annemiek Eggenhuizen, adviseur ecologie bij de gemeente Almere, verwacht dat door deze inzet de nesten van de eikenprocessierups kleiner zullen worden.
Normaal gesproken worden de nesten van de eikenprocessierups opgezogen, bewaard in containers en verbrand. Met deze proef worden de containers met geparasiteerde nesten in broedkasten geplaatst en in de buurt van eikenbomen gezet. Zodra de natuurlijke vijanden uit de kasten zijn weggevlogen, worden de containers met nesten eruit gehaald en verbrand. Daarna begint het proces weer van vooraf aan.
Waarom moet de eikenprocessierups bestreden worden?
Het bestrijden van de eikenprocessierups blijft een noodzaak voor de gemeente omdat het insect voor veel overlast kan zorgen. De rups heeft brandhaartjes en als je die aanraakt kun je jeuk, huiduitslag, oogirritatie of zwellingen krijgen.
De broedkasten worden nu getest. Een eerdere proef in Drenthe zou een positief resultaat geven. Omdat de overlast groot is, blijft de gemeente wel doorgaan met de oude manier van nesten opruimen. Het idee is wel om met dit nieuwe project, met de broedkasten, de komende jaren door te gaan.