Wie donderdag naar het Eurovisie Songfestival keek, kan hem bijna niet gemist hebben: de Almeerse Quinten Slinger (23) zwaaide – gekleed in het oranje – met de Nederlandse vlag vanuit het publiek in Malmö. Al jaren doet hij er alles aan om ieder songfestival bij te wonen.
Er hangt volgens Quinten een goede sfeer in de Zweedse kustplaats. “Het is een groot feestje bij de shows en in de stad. Ik kwam om 06.00 uur vanmorgen pas thuis”, vertelt hij enthousiast. Van spanningen rondom de deelname van Israël merkt hij in Malmö niet veel. “Ik hoor er vooral op het nieuws over.”

“De liefde voor het Songfestival begon al bij het Junior Songfestival”, vertelt Quinten. “Maar het ‘volwassen’ Songfestival is nog groter en waanzinniger.” Van jongs af aan was Quinten een muziekliefhebber. “En ik vind het competitie-element zo leuk, de spanning.”
En die spanning begint voor Quinten en zijn vrienden al bij de nationale voorrondes. “Dan zitten we soms met wel zes laptops open om meerdere landen tegelijk te volgen.”
‘Ons lied’
Maar het land waarvoor Quinten deze week naar Malmö is afgereisd, is toch echt Nederland. Hij denkt dat Joost Klein een goede kans maakt om te winnen. “De verwachtingen van zijn show waren best hoog, waardoor sommigen vonden dat het tegenviel. Maar gisteren was het echt een feestje in de zaal.”
“Het hangt er natuurlijk vanaf wat de jury gaat doen met ons lied, maar de top tien kunnen we halen”, denkt hij. Maar het liefste wint Joost Klein de finale, zodat Nederland het Songfestival volgend jaar kan organiseren: “Dat zou een stuk makkelijker zijn, dan kan ik gewoon thuis in Almere slapen.”
Dan kan Quinten nu wat vroeger naar huis