De Almeerse Abed al Attar keerde onlangs terug uit Gaza, waar hij sinds september 2023 vastzat. Hij was de laatste Nederlander die, tegen zijn wil, in het conflictgebied verbleef. Ondanks meerdere pogingen werd zijn terugkeer naar Nederland lange tijd tegengehouden door Israël, zonder duidelijke reden. Wat begon als een vreugdevol bezoek voor een bruiloft, veranderde in een nachtmerrie door het uitbreken van de oorlog op 7 oktober. Nu, veilig terug in Almere, deelt hij zijn aangrijpende verhaal over de maanden van angst en overleven.
Van feestelijke vreugde naar oorlog
Op 27 september 2023 vertrok Abed naar Gaza voor een familiebijeenkomst: een bruiloft. De eerste tien dagen verliepen zoals gehoopt. “Het was een mooie tijd,” herinnert hij zich. “Ik bracht tijd door met mijn familie, we aten samen, spraken veel met elkaar. Alles leek vredig.”
Maar op de dag van de bruiloft, 7 oktober, sloeg het noodlot toe. “Die ochtend om half zeven keken we tv en zagen we de eerste berichten. De oorlog was begonnen. In een paar uur tijd veranderde alles. Ik wist niet wat ons te wachten stond, maar vanaf dat moment voelde ik alleen nog angst.”
De bruiloft, die die avond zou plaatsvinden, ging uiteraard niet meer door. In plaats van feestvreugde, heerste er paniek. “Mensen waren in shock. Iedereen probeerde hun geliefden te bereiken. Het besef drong door dat we gevangen zaten in een conflict waarvan we de omvang niet konden overzien.”
Een uitzichtloze situatie
In de dagen en weken die volgden, verslechterde de situatie razendsnel. Basisvoorzieningen vielen weg. “Er was geen stroom meer, geen water, nauwelijks eten. Mensen stonden urenlang in rijen voor hulpgoederen – meel, brood, water. Maar er was te weinig. Mensen vochten om eten. Het was ongelofelijk en onmenselijk om te zien.”
Door de oorlog raakten steeds meer mensen gewond. “De ziekenhuizen zaten overvol, er was geen medicatie meer. Ik zag mensen met afgehakte ledematen, kinderen zonder ouders, lichamen op straat. Het waren beelden die ik nooit zal vergeten. Ik hoorde constant de explosies, de drones, de bombardementen. Die geluiden zitten nog steeds in mijn hoofd.”
Abed verbleef in Deir al-Balah, waar hij bij zijn ouders woonde. “We probeerden zo normaal mogelijk te leven, maar dat was onmogelijk. Mensen met wie ik ’s ochtends nog sprak, waren er in de avond niet meer. Elke dag was gevaarlijk. Elke seconde kon een raket inslaan. Er was geen enkele veilige plek meer in Gaza.”
Overleven: ‘We wisten niet of we de volgende dag zouden halen’
Ondanks de chaos probeerde Abed te helpen waar hij kon. “Ik kreeg steun van Nederlandse stichtingen zoals Palestinian Hope Foundation en Hope4Gaza. Samen hebben we waterputten gegraven en geprobeerd schoon drinkwater te regelen. Water was een van de grootste problemen. Mensen werden letterlijk ziek van uitdroging.”
Slapen was een luxe die hij zich nauwelijks kon permitteren. “Ik werd ‘s nachts steeds wakker. Ik hoorde de drones en de raketten. Op een gegeven moment raakte ik gewend aan de geluiden, maar de angst bleef. Je weet nooit waar de volgende raket inslaat.” Het zwaarste voor Abed was de constante onzekerheid. “We wisten niet of we de volgende dag zouden halen. We probeerden elkaar moed in te spreken, maar diep van binnen voelde iedereen hetzelfde: doodsangst.”
Mentaal nog in Gaza
Na maanden van wachten wist Abed uiteindelijk Gaza te ontvluchten. Hij keerde terug naar Nederland naar zijn vrouw en twee dochters. “Ik ben blij dat ik hier ben voor mijn kinderen. Maar mijn hart is verscheurd: ik ben opgelucht, maar tegelijk voel ik enorme pijn.”
Zijn familie, waaronder zijn ouders, broeders en zusters zitten nog steeds vast in Gaza. “Ik maak me enorme zorgen. Ze zitten in extreme onveiligheid. Ze hebben nauwelijks internet, maar ik probeer dagelijks contact met hen te houden. Soms lukt het, soms niet. Elke keer vrees ik het ergste.”
In Almere voelt hij zich fysiek veilig, maar zijn gedachten blijven in Gaza. “Hier is alles netjes, veilig. Er is genoeg eten, water en elektriciteit. Maar mentaal ben ik nog daar, bij de mensen die lijden. Ik denk er elke dag aan.” Zijn grootste zorg is nu om zijn familie in veiligheid te brengen. “Ik doe er alles aan om hen naar Nederland te halen. Ik hoop dat het lukt. Ik kan hier niet in rust leven terwijl zij daar elke dag in gevaar zijn.”
Blijf praten over Gaza
Abed is vastberaden zijn verhaal te blijven delen. “Ik spreek met journalisten, met wie maar wil luisteren. Mensen moeten weten wat daar gebeurt. Gaza is een openluchtgevangenis, een plek waar mensen niets anders kunnen dan hopen op overleving.” Zijn boodschap aan Almere en Nederland is duidelijk: “Blijf praten over Gaza. Blijf aandacht vragen voor de mensen daar. Ze verdienen een beter leven. Ze mogen niet vergeten worden.”
Momenteel werkt Abed samen met een advocaat om zijn familie naar Nederland te halen. “Ik zal niet rusten tot zij ook veilig zijn.”