DENK-raadslid Hassan Buyatui roept op tot het aftreden van zijn collega Martine van Bemmel (D66), na de beslissing van het Gerechtshof om hem niet te vervolgen voor een omstreden bericht op sociale media. Buyatui eist nu ook een onderzoek naar de handelswijze van politicus Willem Boutkan, die destijds aangifte tegen hem deed.
Ruim twee jaar geleden deed Boutkan aangifte tegen Buyatui nadat hij op Twitter de toenmalige burgemeester van Almere beschuldigde van liegen. Bij zijn beschuldiging voegde Buyatui een afbeelding van een e-mail toe, waaruit volgens hem de leugen zou blijken. Later bleek echter dat Buyatui zelf wijzigingen in de e-mail had aangebracht via Photoshop. Door de photoshop-actie kwam zijn beschuldiging nogal aan het wankelen.
De zaak leidde tot grote ophef binnen de Almeerse gemeenteraad. Raadslid Martine van Bemmel (D66) diende namens de meerderheid van de raad een motie van afkeuring in tegen Buyatui. “Daar sta ik nog steeds achter,” zegt Van Bemmel. “Het feit dat hij niet vervolgd wordt, betekent niet dat hij niet fout zat. Die indruk lijkt nu wel te ontstaan.”
Schending van gedragscode
Volgens Buyatui heeft de raad in strijd gehandeld met artikel 3 van het protocol van de Gedragscode integriteit voor de raad van Almere. Dit artikel verplicht raadsleden om eerst een melding te maken en een vooronderzoek te laten uitvoeren bij vermoedens van schendingen, voordat ze zaken openbaar maken. Buyatui beweert dat dit niet is gebeurd en dat iemand zijn integriteit direct publiekelijk ter discussie heeft gesteld. “Collega van Bemmel hoort af te treden. Anders zou ik niet weten hoe mijn eer hersteld gaat worden”, vertelt Buyatui.
Verrast
Van Bemmel reageerde verbaasd op de eis van Buyatui. “Dat je zo’n boodschap via internet moet lezen, zonder dat hij mij persoonlijk op de hoogte heeft gebracht of heeft aangesproken,” zegt ze. “Zo ga je niet met elkaar om.”
Ondanks de kritiek van Buyatui blijft Van Bemmel achter haar standpunt staan. Ze is bereid om het debat aan te gaan in de raad: “Ik blijf achter mijn keuze staan.”
