De Partij voor de Dieren in Almere wil dat het geplande ecoduct bij de Waterlandseweg eerder wordt aangelegd. Deze natuurbrug staat nu op de planning voor 2030, maar de Almeerse fractie wil voorkomen dat er meer wilde dieren worden doodgereden.
Wilde dieren hebben steeds minder ruimte in de groeiende stad, vindt fractievoorzitter Marjolijn Veenstra. Haar partij stelde maandag schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders over de vele aanrijdingen met wilde dieren. Volgens Veenstra worden er elk jaar ruim honderd reeën en vossen aangereden bij voornamelijk de Hogering, de A6 en de Waterlandseweg.
Faunabeheer Flevoland meldt dat dit aantal hoger is dan het landelijk gemiddelde en dat het aantal elk jaar stijgt. Een versnelde aanleg van het ecoduct bij de Waterlandseweg zou volgens Veenstra een oplossing bieden, maar het is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Volgens de fractievoorzitter duurt het veel te lang, “en dan is het er maar één”. Het zou het eerste ecoduct van Almere worden.
Hertjes bij A6
Ook sommige bewoners van Almere Haven zijn bezorgd over het verkeer en de de wilde dieren. Diverse Havenaren hebben al eerder melding gemaakt over een groep jonge reeën langs de A6. De gemeente wil met het ecoduct een verbinding maken tussen het Beginbos, het Vroege Vogelbos en Almeerderhout.
Ecozone pampus, een ‘groene weg’ tussen de Lepelaarplassen en het Kromslootpark, is een andere oplossing van de gemeente om wilde dieren meer ruimte te geven in Almere, maar dat is voor de Partij voor de Dieren niet genoeg.
Het beleid is nu om wilde dieren preventief af te schieten, zodat er minder botsingen met automobilisten plaatsvinden. Het zou gaan om het afschieten van zo’n honderd dieren per jaar, ruim een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar geleden. ‘Onacceptabel’ vindt Veenstra, omdat het volgens haar gaat om jonge, gezonde dieren. “Er zijn genoeg andere oplossingen”.
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen 1Almere en Omroep Flevoland.