Hoe lang ze nog in Nederland zullen verblijven, kan niemand voorspellen. In de tussentijd proberen Oekrainse kinderen die naar ons land zijn gevlucht er het beste van te maken en onze taal machtig te worden. Zoals ook in Almere waar momenteel een groep pubers taalles krijgt van docent Nynke Jubbega van het Taalcentrum.
Op het programma staat onder meer het toepassen van enkel- en meervoud. Maar de grootste uitdaging voor de Oekrainers zit volgens docent Jubbega in de klanken. “Er zitten er tussen, zoals de ‘g’ die heel lastig zijn”, licht de docent toe. “Maar ook de ‘aai’-klank of de ‘ieuw’ van ‘nieuws’ bijvoorbeeld.”
Ondertussen speelt op de achtergrond altijd nog de oorlog en impact van het verlaten van huis en haard. “De leerlingen kwamen hier over het algemeen binnen met het gevoel van dat het moet”, legt directeur van het Taalcentrum, Theo Klein Koerkamp, uit. “Maar dat ze het liefst zo snel mogelijk weer terug willen.”
Toch ziet docent Jubbega dat de situatie in het thuisland weliswaar een rol speelt bij de leerlingen, maar dat het bij deze groep ook wel weer meevalt. “Natuurlijk speelt de oorlog een rol”, constateert ze. “Maar het zijn vooral ook pubers en alles wat daarbij komt kijken. We proberen zoveel mogelijk structuur aan te bieden hier op school, maar ook gezelligheid en dat ze elkaar kunnen ontmoeten.”
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen Omroep Flevoland en 1Almere.