Tegen een 41-jarige man uit Almere is in hoger beroep vijf jaar gevangenisstraf geëist voor de verkrachting en beroving van twee vrouwen in Amsterdam. Die eis is gelijk aan de straf die de rechtbank eerder oplegde. De man stelt dat het ‘op alle vlakken’ een valse aangifte is.
Volgens de vrouwen stond de man in februari 2020 ’s nachts plotseling in de woning in het Amsterdamse Wallengebied waar zij tijdelijk verbleven. Hij zou ze gedwongen hebben om orale seks te ondergaan en er met hun paspoorten, geld, bankpassen en een telefoon vandoor zijn gegaan. Twee huisgenootjes die boven sliepen, belden in paniek de politie omdat ze beneden een huilende vrouw en een dreigende mannenstem hoorden.
De rechtbank legde de Almeerder in november 2020 vijf jaar celstraf op, maar de man houdt vol dat hij het slachtoffer van een valse aangifte is. Volgens hem zag hij de vrouwen door het raam met elkaar vrijen en hadden zij hem uitgenodigd om mee te doen. Hij vermoedde dat de vrouwen zo vaker mannen naar binnen lokten om ze te kunnen beroven.
Omdat hij geen toerist was, zouden de vrouwen de verkrachting en beroving hebben verzonnen uit angst dat hij terug kon komen om verhaal te halen, stelt de verdachte. Ze zouden geld en xtc-pillen uit zijn jaszak hebben gestolen. “Ik zit inmiddels al 34 maanden van mijn leven onschuldig vast”, aldus de Almeerder.
Tegenstrijdigheden
De rechtbank geloofde de slachtoffers twee jaar geleden, maar de advocaat van de man zegt dat hun verklaringen ‘op cruciale punten tegenstrijdigheden’ bevatten. Zo verklaarde een van de vrouwen dat er twee mannen in de kamer stonden toen ze wakker schrok. Een daarvan zou direct zijn vertrokken, maar op camerabeelden is alleen de verdachte bij het verlaten van de woning te zien. Bovendien blijft onduidelijk hoe de Almeerder binnen moet zijn gekomen, benadrukte zijn raadsvrouw. De voordeur kon alleen van binnen worden geopend en er zijn geen braaksporen aangetroffen. Dat ondersteunde volgens haar zijn verhaal dat de vrouwen hem zelf binnen hadden gelaten.
Volgens de aanklager moest de voordeur echter hard dicht worden gedrukt en wist een van de slachtoffers niet meer of ze dat bij thuiskomst had gedaan. Hij vond het ook tegen de geloofwaardigheid van de Almeerder pleiten dat de man in zijn eerste verhoren bij de politie en de rechter-commissaris had gezwegen. Pas na een half jaar zou hij met een schriftelijke verklaring zijn gekomen.
Het gerechtshof doet op 4 oktober uitspraak.
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen 1Almere en Omroep Flevoland.
