Twee eigenaren van een woning in Almere zijn definitief geen inwoners van de gemeente meer. De Raad van State heeft bepaald dat het duo terecht door de gemeente is aangemerkt als ‘vertrokken onbekend waarheen’ in de Basisregistratie Personen (BRP).
De gemeente stelde in 2020 een onderzoek in na een tip dat de twee niet in hun huis woonden. Medewerkers van de gemeente belden in totaal negentien keer aan bij de woning, en geen enkele keer waren de huiseigenaren daar aanwezig. Via de ramen zagen de toezichthouders ook dat er geen meubels in de woning stonden. Verder zeiden buren blijkt dat ze de eigenaren maar één of twee keer per maand bij het huis zagen.
De twee werden daarop uitgeschreven als inwoner van Almere en omdat er geen verhuisbericht was, werden ze in de BRP aangemerkt als ‘vertrokken onbekend waarheen’. De huiseigenaren maakten vergeefs bezwaar bij de gemeente en stapten vervolgens naar de rechter. Ze vonden dat ze wel als bewoners moesten worden gezien omdat ze reageerden op brieven van onder meer de gemeente en de Belastingdienst. De rechter wees dat verweer af.
De Raad van State zegt nu in het hoger beroep dat de huiseigenaren terecht niet als bewoners worden gezien. Hun verweer dat ze reageren op brieven is juist een argument dat het besluit van de gemeente ondersteunt, zegt de rechter. “Wat zij naar voren hebben gebracht, ondersteunt veeleer de stelling dat zij regelmatig de post komen ophalen. Dit is alleen nodig als zij daar niet wonen.”
Dit bericht is tot stand gekomen door een samenwerking tussen 1Almere en Omroep Flevoland.
